Zeit
Duits
Uitspraak
- Geluid: Zeit (hulp, bestand)
- IPA: / ʦaɪ̯t /, meervoud IPA: / ˈʦaɪ̯tn̩ /
Woordafbreking
- Zeit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Zeit | die Zeiten |
genitief | der Zeit | der Zeiten |
datief | der Zeit | den Zeiten |
accusatief | die Zeit | die Zeiten |
Zelfstandig naamwoord
Zeit, v
Holoniemen
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ʦait /
Woordafbreking
- Zeit
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelhoogduitse zelfstandige naamwoord zît zn , dat van het Oudhoogduitse zelfstandige naamwoord zît zn komt ("iets dat afgezonderd is")
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Zeit | die Zeit | Zeide Zeite | die Zeide die Zeite |
datief | re Zeit | der Zeit | Zeide Zeite | de Zeide de Zeite |
accusatief | en Zeit | die Zeit | Zeide Zeite | die Zeide die Zeite |
Zelfstandig naamwoord
Zeit, v
Holoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Typische woordcombinaties
- [1] die Zeit biede
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] bei Zeit kummeop tijd komen
- [1] die Zeit biedede tijd van de dag doorbrengen
- [1] fer 'n Zeit
- [1] oft Zeide
- [1] sei Zeit schtehzijn leertijd afmaken
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.