aandraaien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aandraaien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈandrajə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·draai·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aandraaien
draaide aan
aangedraaid
zwak -d volledig

Werkwoord

aandraaien

  1. overgankelijk vaster draaien
    • Ik heb het boutje iets te strak aangedraaid. 
     'Als ik jullie was, zou ik bij hem de duimschroeven een beetje extra aandraaien .[1]
  2. overgankelijk iets met een draaiknop in werking stellen
    • Hij draaide de radio aan, stak een sigaret op en begon eten klaar te maken. [2]
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de duimschroeven aandraaien
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aandraaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Håkan Nesser
    “Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
  2. blz 113, Anekdotes uit een zijstraat
    door J. Bernlef
    Uitgegeven door Querido, 1978 ISBN 90-214-5172-7
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.