abitio

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het voltooid deelwoord van abire (weggaan) met het achtervoegsel -io.

Zelfstandig naamwoord

abitio v

vertrek, weggaan

Synoniemen

abitus

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	abitio	abitiōnēs
genitief	abitiōnis	abitiōnum
datief	abitiōnī	abitiōnibus
accusatief	abitiōnem	abitiōnēs
vocatief	abitio	abitiōnēs
ablatief	abitiōne	abitiōnibus

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.