absentia

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  absentia    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑpˈsɛn(t)sija/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ab·sen·tia
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

absentia

  1. afwezigheid, alleen deel van de vaste verbinding in absentia

Gangbaarheid

  • Het woord 'absentia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Latijn

Zelfstandig naamwoord

absantia v

  1. afwezigheid
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.