agrobiologie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: agrobiologie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- agro·bio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agrobiologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de agrobiologie v
Gangbaarheid
- Het woord agrobiologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /agrɔbɪjɔlɔgɪjɛ/
Woordafbreking
- ag·ro·bio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
agrobiologie v
- (landbouw)(biologie) agrobiologie; biologie van de akkerbodem
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | agrobiologie | agrobiologie |
genitief | agrobiologie | agrobiologií |
datief | agrobiologii | agrobiologiím |
accusatief | agrobiologii | agrobiologie |
vocatief | agrobiologie | agrobiologie |
locatief | agrobiologii | agrobiologiích |
instrumentalis | agrobiologií | agrobiologiemi |
Afgeleide begrippen
- agrobiologický
Verwante begrippen
- agrobiolog mbezield
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.