amandel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: amandel (hulp, bestand)
- IPA: / aˈmɑndəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aman·del
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands amandel via Oudfrans amandele of middeleeuws Latijn amandula, in de betekenis van ‘steenvrucht met eetbare pit’ voor het eerst aangetroffen in 1251 [1] [2] [3]
- v/m [3]: vanwege de vergelijkbare vorm, in de betekenis "tonsil" aangetroffen vanaf 1567 [2]
m | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | amandel | amandels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de amandel m
- (plantkunde) kleine bladverliezende loofboom Amygdalus dulcis , die vooral in bergachtige gebieden groeit
- ▸ Italië produceert en exporteert goede kwaliteit hazelnoten en amandelen.[4]
- Een amandel in Iran.
- 1. Een bloeiende amandel.
- 1. Een amandel in de herfst.
Synoniemen
Vertalingen
1. kleine bladverliezende loofboom, Amygdalus dulcis
v/m | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | amandel | amandelen, amandels |
verkleinwoord | amandeltje | amandeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de amandel v / m
- (fruit) vrucht van de amandelboom Amygdalus dulcis
- (voeding) eetbare pit van de amandelvrucht
- ▸ Het vreemdst was misschien nog wel dat oom Sverre deze keer niet de amandel in de rijstebrij kreeg.[5]
- ▸ Iets vergeten? Ja. De amandel voor de rijstebrij, ze zouden tenslotte kerst vieren in het huis van oudoom Sverre, hij die altijd de amandel in de rijstebrij kreeg, vermoedelijk door de bedienden te corrumperen.[6]
- (anatomie) elk van de vier klieren in de neus-keelholte, die deel uitmaken van het afweersysteem
- Bij veel kinderen worden de amandelen geknipt.
- [1] Een amandel.
- [3] Illustratie van de amandelen in de keel.
Synoniemen
- [1] amandelvrucht
- [3] tonsil, keelamandel
Hyponiemen
- [2] aardamandel, bosamandel, kraakamandel, Singapore-amandel, suikeramandel, zeeamandel
- [3] keelamandel, neusamandel, tongamandel
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [3] mandelen knippentonsillen operatief verwijderen
Vertalingen
1. eetbare pit van de amandelvrucht
3. klier in de neus-keelholte
Gangbaarheid
- Het woord amandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "amandel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 amandel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "amandel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Klijn“Van regenwoud tot bergtop” (2020), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789043535007
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amandel | amandels |
Zelfstandig naamwoord
amandel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.