badpak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  badpak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bad·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badpak badpakken
verkleinwoord badpakje badpakjes

Zelfstandig naamwoord

hetbadpako

  1. (kleding) kledij bedoeld voor het baden en zwemmen
    • Wij liepen in badpak. 
     Mijn moeder en vader stonden in badkleding bij de steiger en glimlachten naar de camera, zij in een tweedelig badpak, dus geen bikini, hij in zo'n strakke zwembroek.[1]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord badpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.