bec
Frans
Uitspraak
- Geluid: bec (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- [3] (verkorting) van bonbec
Zelfstandig naamwoord
bec m
- (zoötomie) snavel
- (spreektaal) (figuurlijk) mond, bek [1]
- (spreektaal) snoepje [1]
Verwijzingen
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bec | |
genitief | becs | |
datief | becke | becken |
accusatief | bec | becke |
Zelfstandig naamwoord
bec m
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.