bijenteelt

Nederlands

Uitspraak

Geluid: bijenteelt (hulp, bestand)
IPA: / ˈbɛijə(n)ˌtelt / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbɛː.jə(n)ˌteɫt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈbɛː.jə(n)ˌteɫt/

Woordafbreking

bij·en·teelt

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van bij en teelt met het invoegsel -en-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bijenteelt	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bijenteelt v / m

(veeteelt) het houden van bijen

Synoniemen

imkerij, apicultuur

Verwante begrippen

imker, honingbij, honingraat

Vertalingen

1. het houden van bijen

Afrikaans: byeboerdery ^(af), byeteelt ^(af)
Catalaans: apicultura ^(ca) v
Deens: biavl ^(da) g, apikultur ^(da) g
Duits: Bienenzucht ^(de) m, Imkerei ^(de) v
Engels: beekeeping ^(en), apiculture ^(en)
Esperanto: abelbredado ^(eo)
Frans: apiculture ^(fr) v
Italiaans: apicoltura ^(it) v
Latijn: apicultura ^(la) v

Noors: birøkt ^(no) v
Nynorsk: birøkt ⁽ⁿⁿ⁾ v
Portugees: apicultura ^(pt) v
Roemeens: apicultură ^(ro) v, albinărit ^(ro) m, stupărit ^(ro) m, prisăcărit ^(ro) m
Sardisch: abicultura ^(sc) v
Saterfries: Imkeräi ^(stq) g
Spaans: apicultura ^(es) v, cultivo de abejas ^(es) m
Zweeds: biodling ^(sv) g

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord bijenteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.