boerka

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boerka    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈburka/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boer·ka
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerka boerka's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboerkav/m

  1. (kleding) het gehele lichaam, inclusief gezicht en ogen, verhullend gewaad dat vrouwen volgens streng islamitische opvattingen in het openbaar behoren te dragen
    • Tijdens het taliban-regime moesten alle vrouwen in Afghanistan buitenshuis weer een boerka dragen. 
  2. (kleding) wollen mantel voor mannen, traditioneel gedragen door Kozakken en bewoners van Kaukasus
    • Voorop reed een lange, magere man in kostbaar Tataars gewaad, gevolgd door drie knechten, die de gewone kemelsharen mantel, de boerka, droegen. [2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boerka staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.