boksvoet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boksvoet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boks·voet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boksvoet boksvoeten
verkleinwoord boksvoetje boksvoetjes

Zelfstandig naamwoord

deboksvoetm

  1. (gereedschap) insteekijzer, koevoet, klauw

Gangbaarheid

  • Het woord 'boksvoet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.