boksvoet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boksvoet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boks·voet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bok en voet met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boksvoet | boksvoeten |
verkleinwoord | boksvoetje | boksvoetjes |
Zelfstandig naamwoord
de boksvoet m
- (gereedschap) insteekijzer, koevoet, klauw
Gangbaarheid
- Het woord 'boksvoet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boksvoet" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.