botter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  botter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔtər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bot·ter

Bijvoeglijk naamwoord

botter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van bot
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1849 [1]
  • Naamwoord van handeling van botten met het achtervoegsel -er [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord botter botters
verkleinwoord bottertje bottertjes

Zelfstandig naamwoord

debotterm

  1. (scheepvaart) een visserschip met een platte bodem, dat gemaakt werd vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw
    • Kenners beschouwden botters, die als vissersvaartuigen op de Zuiderzee, de Noordzeekust en de Waddenzee gebruikt werden als snelle en elegante schepen. 
Hyponiemen
  • grofbotter
Afgeleide begrippen
  • botterfok, bottertocht

Gangbaarheid

  • Het woord botter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈbotər/   geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord botter

Zelfstandig naamwoord

botter

  1. boter

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  botter    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɔ.te/
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

botter

  1. inergatief schoppen
    «Ça ne m’empêche pas de botter le cul à ceux qui m’embêtent.»
    Dat verhindert me niet om diegenen die me ergeren, een schop in de kont te geven. [1]
  2. ergatief (spreektaal) aanlokken, bevallen
    «Tes bottes, mon pote, elles me bottent
    Jouw laarzen beste vriend, die vind ik leuk!
    «La plongée, ça le botte
    Duiken lijkt hem wel wat. [2]
  3. (spreektaal) (Canada) geslachtsgemeenschap hebben

Verwijzingen

Drents

Zelfstandig naamwoord

botter

  1. (voeding) boter; gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof

Gronings

Zelfstandig naamwoord

botter

  1. (voeding) boter; gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof
Schrijfwijzen

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

botter

  1. (voeding) boter; gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof
Schrijfwijzen

Meer informatie

Meer informatie

Veluws

Zelfstandig naamwoord

botter

  1. (voeding) boter; gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.