bod

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bod    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɔt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bod (biedingen) *
verkleinwoord bodje bodjes

Zelfstandig naamwoord

hetbodo

  1. (handel) door een koper voorgestelde prijs
    • Zijn bod was veel te laag. 
  2. (handel) de handeling van het bieden
    • Ze deed een bod op de antieke tafel. 
Opmerkingen
  • Biedingen is het meervoud van bieding, maar kan worden gebruikt om het meervoud van "bod" uit te drukken.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Aan bod komen
(van personen) aan de beurt komen, de kans krijgen; (van zaken) behandeld worden, ter sprake komen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Angelsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *budą

Zelfstandig naamwoord

bod

  1. commando, opdracht, mandaat, bevel
Afgeleide begrippen
  • forbod
  • ġebod

Drents

Zelfstandig naamwoord

bod

  1. bod

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

bod

  1. bod

Pools

Uitspraak
  • IPA: /bɔt/

Zelfstandig naamwoord

bod

  1. (eenheid)(elektrotechniek)(informatica) baud; eenheid van snelheid van informatieoverdracht van een datatransmissiekanaal (modem, telefoonlijn etc.)

Meer informatie

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

bod m

  1. (wiskunde) punt; een dimensieloos stuk ruimte
  2. punt; een aanduiding van een waarde of score
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔt/
  • Geluid:  bod    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bod
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *bodъ

Zelfstandig naamwoord

bod monbezield

  1. (wiskunde) punt; een dimensieloos stuk ruimte
    «Přímky a a b mají průsečík v bodě P.»
    De lijnen a en b hebben snijpunt in punt P.
  2. punt; een positie in de ruimte
    «Na tomto bodě se setkávají dvě historické stezky.»
    Op dit punt komen twee historische paden samen.
  3. punt; een aanduiding van een waarde of score
    «Vedeme ligu o 5 bodů
    We leiden de competitie met vijf punten voorsprong.
  4. punt; een mening of onderwerp in een discussie of betoog
    «Přikročme k dalšímu bodu programu.»
    Laten we doorgaan naar het volgende programmapunt.
  5. (natuurkunde)(techniek)(meteorologie)(scheikunde) punt; een temperatuur
    «Teplota v noci klesla pod bod mrazu.»
    De temperatuur is in de nacht onder het vriespunt gedaald.
  6. steek, treffer; penetratie met een scherp puntig voorwerp
    «Po druhém bodu mrtev sklesl mi šlechtic k nohám»
    Na de tweede treffer viel de edele dood voor mijn voeten neer.
Verbuiging
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
  1. (verouderd) punkt monbezield, tečka v
  2. místo o
  3. (verouderd) punkt monbezield, část v, oddíl
  4. bodnutí o
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • bod mrazu / bod tuhnutí monbezield
  • bod tání monbezield
  • bod varu monbezield
  • bod vzplanutí monbezield
  • jarní bod monbezield
  • podzimní bod monbezield
  • kanadský bod monbezield
  • Lagrangeův bod monbezield
  • měřicí bod monbezield
  • opěrný bod monbezield
  • rosný bod monbezield
  • trestný bod monbezield
  • uzlový bod monbezield
Verwante begrippen
  • bodací
  • bodající
  • bodák m
  • bodat imperfectief / bodnout perfectief
  • bodavý
  • bodec m
  • bodíček monbezield
  • bodlák m
  • bodlo o
  • bodování o
  • nabodeníčko
  • nabodat / nabodnout
  • obodovat
  • pobodat / pobodnout
  • probodat / probodnout
  • ubodat / ubodnout
  • vybodnout
  • vybodovat
  • zabodat / zabodnout
  • zabodovat
Uitdrukkingen en gezegden
  • být na bodu mrazu
  • octnout se na mrtvém bodě
  • uváznout na mrtvém bodě
Anagrammen
Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen

    Werkwoord

    bod

    1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bodnout
    2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bodnout
    Synoniemen
    • bodl
    • bodnul

    Wymysoojs

    Woordherkomst en -opbouw
    • Gerelateerd aan het Duitse Bad

    Zelfstandig naamwoord

    bod

    1. bad
    Schrijfwijzen
    • bōd
    • bōt
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.