caballarius

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /ka.balˈlaː.ri.us/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

caballārius m

  1. man te paard, ruiter
  2. paardenverzorger, staljongen
Verbuiging
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.