cas

Niet te verwarren met: čas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cas -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetcaso

  1. (voeding) (fruit) Psidium friedrichsthalianum  een plant uit de mirtefamilie (Myrtaceae)
Synoniemen
  • Costa Rica-guave, Costa Ricaguave
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord 'cas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Schots-Gaelisch

Uitspraak
  • IPA: /kʰas̪/,
EnkelvoudMeervoud
onbepaaldbepaaldonbepaaldbepaald
nominatief casa' chascasanna casan  
genitief coise na coise nan cas  
datief cois
cas
a' chois
a' chas
casan na casan

Zelfstandig naamwoord

cas v

  1. (anatomie) voet, been
  2. handvat

Bijvoeglijk naamwoord

cas

  1. steil
  2. plotseling
  3. haastig
  4. snelstromend
Gebiedende wijsNaamwoord
cascasadh
OnafhankelijkAfhankelijk
Verleden tijdchas
Toekomende tijdcasaidh

Werkwoord

cas

  1. tegenstreven, verzetten
  2. buigen, verwringen
  3. opwinden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.