crediteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crediteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cre·di·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crediteur crediteuren
crediteurs
verkleinwoord crediteurtje crediteurtjes

Zelfstandig naamwoord

decrediteurm

  1. (boekhouding) iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
  • medecrediteur
Afgeleide begrippen
  • crediteurenadministratie, crediteurenbank, crediteurenbestand, crediteurenfactuur, crediteurengegevens, crediteurenland, crediteurenlijst, crediteurennummer, crediteurenportefeuille, crediteurenvergadering, crediteurstaat
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord crediteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.