część

Niet te verwarren met: cześć

Pools

Uitspraak
  • Geluid:  część    (hulp, bestand)
  • IPA: /t͡ʂɛɲɕt͡ɕ/

Zelfstandig naamwoord

część v

  1. deel
    «Część dzieci nie przyszła dziś do szkoły.»
    Een deel van de kinderen kwam vandaag niet naar school.
  2. onderdeel
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.