część
Niet te verwarren met: cześć |
Pools
Uitspraak
- Geluid: część (hulp, bestand)
- IPA: /t͡ʂɛɲɕt͡ɕ/
Zelfstandig naamwoord
część v
- deel
- «Część dzieci nie przyszła dziś do szkoły.»
- Een deel van de kinderen kwam vandaag niet naar school.
- «Część dzieci nie przyszła dziś do szkoły.»
- onderdeel
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | część | części |
genitief | części | części |
datief | części | częściom |
accusatief | część | części |
instrumentalis | częścią | częściami |
locatief | części | częściach |
vocatief | części | części |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.