deugeniet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deugeniet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • deu·ge·niet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deugeniet deugenieten
verkleinwoord deugenietje deugenietjes

Zelfstandig naamwoord

dedeugenietm

  1. kind dat (op een leuke manier) speels en ongehoorzaam is
     Het beeldje 'De Kleine Deugeniet' staat niet meer op zijn sokkel. Het is niet de eerste keer dat het beeldje werd gestolen. Meestal wordt het na enkele dagen ook weer teruggeplaatst.[1]
     Het nieuwe college blijft zoeken naar een gepaste locatie voor een fuifzaal. Nu zal meer bepaald de Leugenberg onder de loep genomen worden. 'We gaan onderzoeken of er een fuifzaal kan ingeplant worden achter kinderspeeltuin Den Deugeniet', legt Koen Palinckx uit. Voor dat gebied zal ook een masterplan voor dagrecreatie uitgetekend worden.[2]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • deugenieterij

Gangbaarheid

  • Het woord deugeniet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    gma
    “Beeldje Den Deugeniet opnieuw 'geleend'” (03/05/2011), De Standaard
  2. Weblink bron
    Nicole Verstrepen
    “Wat de Ekerenaar de volgende zes jaar mag verwachten” (23/11/2012), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.