deurbel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deurbel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdørbɛl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • deur·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deurbel deurbellen
verkleinwoord deurbelletje deurbelletjes

Zelfstandig naamwoord

dedeurbelv/m

  1. een instrument waarmee bezoekers aangeven dat ze aan de deur staan
    • Omdat de radio hard stond kon hij de deurbel niet horen. 
     Een van hun favoriete spelletjes stond op het punt van beginnen: talloze malen kort op de deurbel drukken totdat hun vader met een quasi kwaad gezicht opendeed.[1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord deurbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.