doekoe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doekoe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈduku/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • doe·koe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doekoe [2], [3] doekoes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedoekoem

  1. (straattaal), (informeel) geld, poen
  2. (plantkunde) bepaald soort boom, Lansium domesticum , die van nature voorkomt in Zuidoost-Azië

Zelfstandig naamwoord

dedoekoev/m

  1. (fruit) vrucht van Lansium domesticum 
Synoniemen
Vertalingen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord doekoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “"Waar komen de geldtermen 'doni' en 'barki' vandaan?” (16 mei 2012) op ivdnt.org
  2. doekoe op website: Etymologiebank.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.