dumming

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • dum·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse woord dum.

Zelfstandig naamwoord

dumming m

  1. (informeel), (scheldwoord) beotiër, botteri, domkop, dommerik, domoor, eend, ezelsveulen, imbeciel, otter, ottertje, stomkop, stommerd, stommeling, stommerik, uil
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dumming     dummingen     dumminger     dummingene  
genitief   dummings     dummingens     dummingers     dummingenes  
Verwante begrippen
  • dumrian, dusting, dåre, fjols, galning, gærning, raring, teiting, tomsing, tosk, tufs, tullebukk, tulling, tøysekopp, tåpe


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • dum·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse woord dum.

Zelfstandig naamwoord

dumming m

  1. (informeel), (scheldwoord) beotiër, botteri, domkop, dommerik, domoor, eend, ezelsveulen, imbeciel, otter, ottertje, stomkop, stommerd, stommeling, stommerik, uil
  2. een stom of doofstom persoon
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dumming     dummingen     dummingar     dummingane  
genitief                
Verwante begrippen
  • dumrian, dåre, fjasekopp, fjols, fåming, galning, raring, styving, tomsing, tosk, tufs, tullebukk, tulling, tøysekopp, tåpe
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.