dvacetizubý

Tsjechisch

Uitspraak

IPA: /dvatsecizʊbiː/

Woordafbreking

dva·ce·ti·zu·bý

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het telwoord dvacet en het zelfstandig naamwoord zub met het achtervoegsel -ý

Bijvoeglijk naamwoord

dvacetizubý

met twintig tanden, van twintig tanden; met betrekking tot twintig tanden

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig
nominatief	dvacetizubý		dvacetizubá	dvacetizubé	dvacetizubí	dvacetizubé		dvacetizubá
genitief	dvacetizubého		dvacetizubé	dvacetizubého	dvacetizubých
datief	dvacetizubému		dvacetizubé	dvacetizubému	dvacetizubým
accusatief	dvacetizubého	dvacetizubý	dvacetizubou	dvacetizubé	dvacetizubé			dvacetizubá
vocatief	dvacetizubý		dvacetizubá	dvacetizubé	dvacetizubí	dvacetizubé		dvacetizubá
locatief	dvacetizubém		dvacetizubé	dvacetizubém	dvacetizubých
instrumentalis	dvacetizubým		dvacetizubou	dvacetizubým	dvacetizubými

Verwante begrippen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.