eiwit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eiwit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛiwɪt/
Woordafbreking
  • ei·wit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eiwit eiwitten
verkleinwoord eiwitje eiwitjes

Zelfstandig naamwoord

heteiwito

  1. (dierkunde), (kookkunst) het deel van een ei waarin de dooier ligt
  2. (biochemie) een tot een klasse van polymere stoffen met een hoog moleculair gewicht behorende stof die samengesteld is uit diverse alfa-aminozuren verbonden door peptidebindingen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eiwit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord eiwit eiwitte

Zelfstandig naamwoord

eiwit

  1. (voeding), (scheikunde), (anatomie) eiwit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.