ever

Niet te verwarren met: -ever

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ever    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈevər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ever
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ever evers
verkleinwoord evertje evertjes

Zelfstandig naamwoord

deeverm

  1. (evenhoevigen) in het wild levende voorouder van het varken Sus scrofa 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • everdas, everdis, everdoek, everlast, everwortel, everzwijn
Vertalingen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord ever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Bijwoord

ever

  1. ooit
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.