faerština

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /faerʃcɪna/
Woordafbreking
  • faer·šti·na

Zelfstandig naamwoord

faerština v

  1. (taal) Faeröers; een taal voornamelijk gesproken op de Faeröer
    «Studuji faerštinu již pátým rokem.»
    Ik studeer al vijf jaar Faeröers.
Verbuiging
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.