farářův

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /faraːr̝uːf/
Woordafbreking
  • fa·rá·řův
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord farář met het achtervoegsel -ův

Bijvoeglijk naamwoord

farářův

  1. pastoors, de pastoor zijn; eigendom van de pastoor
Verbuiging


Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.