genotype

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  genotype    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·no·ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘type zoals bepaald door erfelijke aanleg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1936 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord genotype genotypen
genotypes
verkleinwoord genotypetje genotypetjes

Zelfstandig naamwoord

hetgenotypeo

  1. (wetenschap) het geheel van genetische kenmerken dat een soort onderscheidt
    • Het geslacht ligt vast in het genotype van de mens. 
  2. (wetenschap) de sequentie van de nucleïnezuren in DNA en RNA in de mitochondriën
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genotype staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.