gever

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gever    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van geven met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gever gevers
verkleinwoord gevertje gevertjes

Zelfstandig naamwoord

degeverm

  1. een persoon die geeft.
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord gever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.