recept

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  recept    (hulp, bestand)
  • IPA: /rəˈsɛpt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • re·cept
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recept recepten
verkleinwoord receptje receptjes

Zelfstandig naamwoord

hetrecepto

  1. (kookkunst) voorschrift voor de bereiding van een gerecht
    • Wie weet er een goed recept voor pannenkoeken? 
     "Heb jij al plannen dit weekend? Ja natuurlijk, je gaat deze cake bakken", schrijft ze bij de video waarin ze alle stappen van het recept afloopt.[3]
  2. (medisch) doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
    • Hij kreeg een recept van zijn dokter. 
     Elk jaar krijgen zo'n 300.000 mensen een recept voor een antidepressivum.[4]
  3. (figuurlijk) bepaalde combinatie van factoren en omstandigheden die een bepaald gevolg zullen veroorzaken
     Larry Siedntop beschreef al in 2000 wat Europa nu meemaakt. Met diezelfde vooruitziende blik zegt de politiek filosoof nu: 'Het Europees Parlement is een monster en een recept voor populisme.'[5]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een beproefd recept
Een werkwijze, methode e.d. die zich heeft bewezen, die goed werkt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord recept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "recept" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. recept op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron “Miljuschka deelt een recept voor een regenachtige dag” (4 september 2023) op nu.nl
  4. Weblink bron “Kwart van patiënten raakt antidepressiva niet aan” (22 oktober 2008) op nu.nl
  5. Weblink bron “Europa is niet aan eenheid toe” (2013-), de Volkskrant
  6. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /rɛtsɛpt/
Woordafbreking
  • re·cept

Zelfstandig naamwoord

recept m

  1. (medisch) recept; een doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
  2. (kookkunst) recept; een voorschrift voor de bereiding van een gerecht
  3. handleiding

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɛtsɛpt/
Woordafbreking
  • re·cept

Zelfstandig naamwoord

recept monbezield

  1. (medisch) recept; een doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
    «Léky na chřipku se rozdělují na volně prodejné a na ty, které dostanete pouze na recept
    Griepmedicijnen worden verspreid voor de vrije verkoop en voor die, die ze op recept krijgen.
  2. (kookkunst) recept; een voorschrift voor de bereiding van een gerecht
    «Letos jsem pekla mazanec podle receptu mé matky.»
    Dit jaar heb ik een paasbrood gebakken volgens het recept van mijn moeder.
  3. handleiding
    «Jediný recept na zbohatnutí je hospodárnost.»
    Het enige recept voor verreiking is spaarzaamheid.
Verbuiging
Afkorting
  • [1] Rp.
Synoniemen
  • [1]: předpis monbezield, (verouderd) recepis monbezield
  • [2]: předpis monbezield, receptura o
  • [3]: návod monbezield, rada v
Hyperoniemen
  • [1]: instrukce v
  • [2]: instrukce v
  • [3]: instrukce v
Afgeleide begrippen
  • receptář m
  • receptáž v
  • receptík monbezield
  • receptní
  • receptový
Typische woordcombinaties
  • kuchařský recept monbezield
  • na recept – op recept
  • poplatek za recept monbezield - receptkosten
  • vystavit recept - een recept uitgeven
Verwante begrippen
  • recipient m
  • receptíček monbezield
  • receptářství o

Meer informatie

Verwijzingen

    Wymysoojs

    Zelfstandig naamwoord

    recept o

    1. recept
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.