< ghosten
ghosten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ghosten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ghosten | te ghosten | ||||||||
toekomend | zullen ghosten | te zullen ghosten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geghost | te hebben geghost | ||||||||
toekomend | geghost zullen hebben | geghost te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
ghostend | geghost | ev. ghost | mv. verouderd ghost | ghoste | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | ghost | ghost | ghost | ghost | ghost | ghosten | ghosten | ghosten | |||
verleden (o.v.t.) | ghostte | ghostte | ghostte | ghostte | ghostte | ghostten | ghostten | ghostten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ghosten | zult/zal ghosten | zult/zal ghosten | zult ghosten | zal ghosten | zullen ghosten | zullen ghosten | zullen ghosten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ghosten | zou ghosten | zou(dt) ghosten | zoudt ghosten | zou ghosten | zouden ghosten | zouden ghosten | zouden ghosten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geghost | hebt geghost | hebt/heeft geghost | hebt geghost | heeft geghost | hebben geghost | hebben geghost | hebben geghost | |||
verleden (v.v.t.) | had geghost | had geghost | had geghost | hadt geghost | had geghost | hadden geghost | hadden geghost | hadden geghost | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geghost hebben | zal/zult geghost hebben | zult/zal geghost hebben | zult geghost hebben | zal geghost hebben | zullen geghost hebben | zullen geghost hebben | zullen geghost hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geghost hebben | zou geghost hebben | zou/zoudt geghost hebben | zoudt geghost hebben | zou geghost hebben | zouden geghost hebben | zouden geghost hebben | zouden geghost hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geghost worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geghost | er is geghost | |||||||||
verleden | er werd geghost | er was geghost | |||||||||
toekomend | er zal geghost worden | er zal geghost zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geghost worden | er zou geghost zijn | |||||||||
lijdende vorm geghost worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geghost worden | geghost te worden | ||||||||
toekomend | geghost zullen worden | geghost te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geghost zijn | geghost te zijn | ||||||||
toekomend | geghost zullen zijn | geghost te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geghost | wordt geghost | wordt geghost | wordt geghost | wordt geghost | worden geghost | worden geghost | worden geghost | |||
verleden (o.v.t.) | werd geghost | werd geghost | werd geghost | werdt geghost | werd geghost | werden geghost | werden geghost | werden geghost | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geghost worden | zult geghost worden | zult geghost worden | zult geghost worden | zal geghost worden | zullen geghost worden | zullen geghost worden | zullen geghost worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geghost worden | zou geghost worden | zou/zoudt geghost worden | zoudt geghost worden | zou geghost worden | zouden geghost worden | zouden geghost worden | zouden geghost worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geghost | bent geghost | bent/is geghost | zijt geghost | is geghost | zijn geghost | zijn geghost | zijn geghost | |||
verleden (v.v.t.) | was geghost | was geghost | was geghost | waart geghost | was geghost | waren geghost | waren geghost | waren geghost | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geghost zijn | zult geghost zijn | zult geghost zijn | zult geghost zijn | zal geghost zijn | zullen geghost zijn | zullen geghost zijn | zullen geghost zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geghost zijn | zou geghost zijn | zou/zoudt geghost zijn | zoudt geghost zijn | zou geghost zijn | zouden geghost zijn | zouden geghost zijn | zouden geghost zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.