gijzelhouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gijzelhouder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gij·zel·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van gijzel en de stam van houden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord gijzelhouder gijzelhouders
verkleinwoord gijzelhoudertje gijzelhoudertjes

Zelfstandig naamwoord

degijzelhouderm

  1. iemand die personen in gijzeling houdt
    • De gijzelhouders stelden onmogelijke eisen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gijzelhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.