grande

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grande    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɡrɑ̃ndə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gran·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grande grandes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degrandem

  1. (regering) iemand die behoort tot de machtigste mannen van een rijk
    • Het museo Correale is een paleisachtige villa, een adellijk bezit. Een van de grandes van het hof van de Bourbonnenkoning heeft er gewoond en schilderijen gekocht. [2]
    • "Eenheid van recht" woei van het admiraalsschip; "Vooruitgang" juichten alle sloepen. De grandes van Amsterdam II, Breukelen en Apeldoorn wedijverden in heilbeden, terwijl zij zee koos. Wel mocht de minister, die haar zoo zag henenzeilen, dankbaar en hoopvol lachen over zijn Armada, zijn Welbewapende. Wie zou haar keeren? [3]
  2. (adel) (Spanje, Portugal) titel voor hoogste adel
    • De hertog van Alva, één van dé grandes van Spanje, is meer geweest dan alleen maar landvoogd en duivel-in-persoon van de Nederlanden. [4]
    • Iedere grande van Spanje vormde zijne bende uit personen van rang; (…) [5]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Bijvoeglijk naamwoord

grande

  1. vrouwelijk enkelvoud van grand

Italiaans

enkelvoud meervoud
mannelijk grande grandi
vrouwelijk grande grandi

Bijvoeglijk naamwoord

grande m

  1. groot
Antoniemen

Portugees

  enkelvoud meervoud
  mannelijk     grande     grandes  
  vrouwelijk     grande     grandes  

Bijvoeglijk naamwoord

grande

  1. groot

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈgɾan.de/
Woordafbreking
  • gran·de
enkelvoud meervoud
grande grandes

Zelfstandig naamwoord

grande m

  1. nobel, edele, persoon van adel
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
mannelijk grande grandes
vrouwelijk grande grandes

Bijvoeglijk naamwoord

grande

  1. groot, danig, hevig
Synoniemen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /grandɛ/

Zelfstandig naamwoord

grande

  1. vocatief enkelvoud van grand
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.