handrem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handrem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hand·rem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handrem handremmen
verkleinwoord handremmetje handremmetjes

Zelfstandig naamwoord

dehandremm

  1. met de hand bediende rem
    • Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord handrem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.