hik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hik | hikken |
verkleinwoord | hikje | hikjes |
Zelfstandig naamwoord
de hik m
- (medisch) een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, gevolgd door het plots sluiten van het strotklepje, wat een kenmerkend geluid veroorzaakt
Vertalingen
1. een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing...
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hikken |
hik
Gangbaarheid
- Het woord hik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Papiaments
Zelfstandig naamwoord
hik
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.