houtduif

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtduif    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑudœyf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hout·duif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtduif houtduiven
verkleinwoord houtduifje houtduifjes

Zelfstandig naamwoord

dehoutduifv/m

  1. (duifachtigen) bepaalde soort wilde duif, Columba palumbus 
     Toen ik die eerste keer voor hem stond, in de gang voor de provisiekamer, had ik net zo goed een teleurstellend kleine houtduif kunnen zijn die hij wel of niet zou laten plukken voor het eten.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord houtduif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.