inauguratie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inauguratie (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɪnʌʊɣyˈratsi/
Woordafbreking
- in·au·gu·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inaugureren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inauguratie | inauguraties |
verkleinwoord | inauguratietje | inauguratietjes |
Zelfstandig naamwoord
de inauguratie v
- de feestelijke of plechtige inwijding in een ambt
- De inauguratie van Barack Obama verliep zonder problemen.
- Honderdduizenden mensen wereldwijd demonstreren zaterdag tegen ongelijkheid en intolerantie naar aanleiding van de inauguratie van de Amerikaanse president Donald Trump [2]
- De controversiële betrokkenheid van Musk bij de regering van Trump, de openlijke steun van de techmiljardair aan de extreemrechtse partij AfD in Duitsland en een vermeende Hitlergroet van Musk na de inauguratie van Trump, hebben veel Tesla-eigenaren in verlegenheid gebracht[3]
Synoniemen
Vertalingen
1. de feestelijke of plechtige inwijding in een ambt
Gangbaarheid
- Het woord inauguratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inauguratie" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ inauguratie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nu.nl (21 jan 2017)
- ↑ www.businessinsider.nl (10 mrt 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.