instructie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instructie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·struc·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderricht, aanwijzing’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
  • Naamwoord van handeling van instrueren met het achtervoegsel -tie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord instructie instructies
verkleinwoord instructietje instructietjes

Zelfstandig naamwoord

deinstructiev

  1. een order, een aanwijzing
  2. onderricht in een vaardigheid
    • zij kregen instructie in het demonteren van bommen 
  3. (juridisch) het voorbereiden van rechtszaken
    • de rechter van instructie werd meteen ingeschakeld 
  4. (informatica) één enkele bewerking (commando) die door de processor uitgevoerd wordt
    • de instructieset van deze processor is heel beperkt 
Hyponiemen
  • ambtsinstructie
  • bedieningsinstructie
  • coderingsinstructie
  • dienstinstructie
  • geweldinstructie
  • printinstructie
  • programma-instructie
  • rijinstructie
  • schietinstructie
  • spellinginstructie
  • taalinstructie
Afgeleide begrippen
  • instructielokaal
  • instructiemateriaal
  • instructiemiddag
  • instructieochtend
  • instructieproces
  • instructiereis
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord instructie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.