jaro

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   jaro     jaroj  
accusatief   jaron     jarojn  

Zelfstandig naamwoord

jaro

  1. jaar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /jarɔ/
  • Geluid:  jaro    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ja·ro

Zelfstandig naamwoord

jaro o

  1. (meteorologie) lente; eerste jaargetijde, een van de vier seizoenen
Verbuiging
Hyperoniemen
  • roční období o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.