kinderziekte

Nederlands

Uitspraak

Geluid: kinderziekte (hulp, bestand)
IPA: / ˈkɪndərˌziktə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

kin·der·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van kind zn en ziekte zn met het invoegsel -er-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kinderziekte	kinderziektes kinderziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderziekte v

ziekte die vooral bij kinderen voorkomt
- Bof, mazelen en kinderverlamming zijn bekende kinderziektes.
(figuurlijk) fout, tekortkoming of moeilijkheid die in een nieuw voorwerp, project of plan schuilt maar die na ingebruikneming of inkrachttreding door tussentijdse verbeteringen of aanpassingen verdwijnt

Hyperoniemen

[2] aanloopprobleem, invoeringsprobleem

Verwante begrippen

bof, difterie, kinkhoest, mazelen, polio, rodehond, rubella

Vertalingen

1. ziekte bij kinderen

Duits: Kinderkrankheit ^(de) v
Engels: childhood disease ^(en), childhood illness ^(en)

Frans: maladie infantile ^(fr), maladie d'enfance ^(fr) v
Spaans: enfermedad infantil ^(es) v

2. fout, tekortkoming bij een nieuw voorwerp, project of plan

Duits: Kinderkrankheit ^(de) v
Engels: teething trouble ^(en), teething problem ^(en)

Frans: maladie d'enfance ^(fr) v

Gangbaarheid

Het woord kinderziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kinderziekte" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.