krokodil
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: krokodil (hulp, bestand)
- IPA: /krokoˈdɪl/
Woordafbreking
- kro·ko·dil
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘krokodilachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1521 [1]
- Via het Latijnse crocodīlus ontleend aan het Oudgriekse κροκόδειλος (krokódeilos; "hagedis, krokodil"), oorspronkelijk gespeld als κροκόδιλος (in de Koinè werd een ει meestal als ι uitgesproken). Als verklaring hiervoor wordt vaak een samenstelling van κρόκη (krókē; "draad") en δρῖλος (drîlos; "worm") aangehaald, al is dit niet zeker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krokodil | krokodillen |
verkleinwoord | krokodilletje | krokodilletjes |
Zelfstandig naamwoord
de krokodil v / m
- (reptielen) een groot, in het water levend reptiel dat behoort tot de familie der Crocodylidae
- De kaken van een krokodil zijn zeer krachtig.
- (farmacologie) zelfgemaakte ongezuiverde desomorfine
Hyponiemen
- circuskrokodil, kamkrokodil, moeraskrokodil, nijlkrokodil, zeekrokodil
Afgeleide begrippen
- krokodilachtig, krokodillenklem, krokodillenleer, krokodillentranen, krokodilwachter
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Een paarse krokodil
Onnodige en voor de klant niet behulpzame bureaucratie[3]
Vertalingen
1. een groot, in het water levend reptiel dat behoort tot de familie der Crocodylidae
|
|
Gangbaarheid
- Het woord krokodil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krokodil" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "krokodil" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Naar een filmpje uit 2004 van de Nederlandse verzekeringsmaatschappij OHRA
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Hongaars
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈkrokodil/
Woordafbreking
- kro·ko·dil
Zelfstandig naamwoord
krokodil
Zweeds
krokodils | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | krokodil | krokodilen | krokodiler | krokodilerna |
genitief | krokodils | krokodilens | krokodilers | krokodilernas |
Zelfstandig naamwoord
krokodil, g
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.