leguaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leguaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌleɣyˈwan/
Woordafbreking
  • le·gu·aan
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hagedis’ voor het eerst aangetroffen in 1623 [1]
  • [1] via Spaans 'la iguana' van Taíno iwana
  • [2] naar [1] vanwege gelijkenis in vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord leguaan leguanen
verkleinwoord leguaantje leguaantjes

Zelfstandig naamwoord

deleguaanm

  1. (reptielen) naam voor hagedissensoorten uit de familie Iguanidae 
  2. (scheepvaart) worstvormig stootkussen dat op de voorsteven wordt bevestigd
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leguaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.