reptiel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reptiel    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɛp'til/
Woordafbreking
  • rep·tiel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kruipend dier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord reptiel reptielen
verkleinwoord reptieltje reptieltjes

Zelfstandig naamwoord

hetreptielo

  1. (reptielen) een koudbloedig, kruipend gewerveld dier met meestal vier poten en een schubbenhuid
    • Een slang behoort tot de groep van de reptielen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reptiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.