míra

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /miːra/
  • Geluid:  míra    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mí·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *měra

Zelfstandig naamwoord

míra v

  1. maat; (gestandaardiseerde) eenheid van lengte, oppervlakte of inhoud
    «Jakou to má míru
    Wat voor een maat heeft dat?
  2. mate, maat, graad; een hoeveelheid van iets abstracts
    «Máte do jisté míry pravdu.»
    U heeft in zekere mate gelijk.
  3. graad; een hoeveelheid meestal uitgedrukt in procenten
    «Míra nezaměstnanosti je v zemích východní Evropy stále vysoká.»
    De werkeloosheidsgraad is in landen in Oost-Europa nog steeds hoog.
  4. maat; juiste afmeting, geschikt formaat
    «Dal jsem si ušít oblek na míru
    Ik heb een maatpak laten maken.
  5. (verouderd) manier
    «Nižádnou měrou toho nemohl dosáhnout.»
    Op geen enkele manier kon hij dat bereiken.
  6. stemming
    «Úplně mne vyvedl z míry
    Hij bracht mij volledig van m'n stuk.
  7. maat; waarmee het volume of hoeveelheid vloeistof wordt gemeten
    «Dnes jsme se učili anglické míry a váhy.»
    Vandaag hebben we de Engelse maten en gewichten geleerd.
  8. (eenheid)(verouderd) volume-eenheid van 61,49 liter
    «Vysloužil si míru pšenice.»
    Hij heeft 61,49 liter graan verdiend.
  9. (eenheid)(verouderd) oppervlakte-eenheid van 1918 vierkante meter
    «Koupil si dvě míry pole a začal hospodařit.»
    Hij heeft twee keer 1918 vierkante meter akker gekocht en is dat begonnen te bewerken.
  10. (techniek) meter, meetinstrument
    «Vytáhl z kapsy skládací míru
    Hij heeft uit zijn zak een opvouwbare meter gepakt.
  11. (wiskunde) maat; de standaardmanier om een lengte, een oppervlakte of een volume, in het algemeen een maat, aan deelverzamelingen van de euclidische ruimte toe te kennen
    «Lebesgueova míra, která je zobecněním pojmů obsah či objem, se používá při definici Lebesgueova integrálu.»
    De Lebesguemaat, dat een veralgemenisering is van de begrippen inhoud en oppervlak, wordt gebruikt bij het definiëren van de Lebesgue-integraal.
Verbuiging
Synoniemen
  1. rozměr monbezield, velikost v
  2. mez v
  3. sazba v
  4. způsob monbezield
  5. nálada v, rovnováha v
  6. jednotka v
  7. měřice v
  8. měřice v
  9. měřítko o, měřidlo o
Hyperoniemen
  1. jednotka v
  2. jednotka v
Afgeleide begrippen
  • časomíra v
  • měrný
  • měrový
  • měřit imperfectief
  • mírka v
  • nadmíra v
  • nemíra v
  • poměr monbezield
  • průměr monbezield
  • přemíra v
Typische woordcombinaties
  • dolová míra / důlní míra v
  • míra bezpečnosti v
  • míra inflace v
  • míra nezaměstnanosti v
  • na míru
  • oblouková míra v
  • příslovečné určení míry o
  • s mírou – met mate
  • stupňová míra v
  • šaty na míru vmv
  • teorie míry v
  • úroková míra v
  • ušitý na míru – op maat gemaakt
  • zakázka na míru – bestelling op maat
Verwante begrippen
  • měřič monbezield
  • metrika v
  • nezměrný
Uitdrukkingen en gezegden
  • na nejvyšší míru
  • uvést na pravou míru
  • všeho s mírou
  • vyvést někoho z míry
Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.