moskee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moskee    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mos·kee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘islamitisch bedehuis’ voor het eerst aangetroffen in 1542 [1]
  • Van Arabisch masjid (moskee), van ma (plaatsaanduidend voorvoegsel) + sajada ("hij wierp zich terneder").
enkelvoud meervoud
naamwoord moskee moskeeën
verkleinwoord moskeetje moskeetjes

Zelfstandig naamwoord

demoskeev

  1. (religie), (bouwkunde) gebedshuis van moslims
Synoniemen
  • mesigit
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • moskee-internaat, moskeebestuur, moskeebezoek, moskeebezoeker, moskeeganger, moskeeorganisatie, moskeeschool, moskeetoren, moskeevereniging
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moskee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.