< onderbinden
onderbinden/vervoeging
ónderbinden
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderbinden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbinden | onder te binden | ||||||||
toekomend | zullen onderbinden onder zullen binden |
te zullen onderbinden onder te zullen binden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondergebonden | te hebben ondergebonden | ||||||||
toekomend | ondergebonden zullen hebben | ondergebonden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderbindend | ondergebonden | ev. bind onder | mv. verouderd bindt onder | binde onder (bijzin) onderbinde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | bind onder | bindt onder | bindt onder | bindt onder | bindt onder | binden onder | binden onder | binden onder | |||
verleden (o.v.t.) | bond onder | bond onder | bond onder | bondt onder | bond onder | bonden onder | bonden onder | bonden onder | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult onderbinden | zal onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbinden | zou onderbinden | zou(dt) onderbinden | zoudt onderbinden | zou onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbind | onderbindt | onderbindt | onderbindt | onderbindt | onderbinden | onderbinden | onderbinden | |||
verleden (o.v.t.) | onderbond | onderbond | onderbond | onderbondt | onderbond | onderbonden | onderbonden | onderbonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbinden onder zal binden |
zult/zal onderbinden onder zult/zal binden | zult/zal onderbinden onder zult/zal binden | zult onderbinden onder zult binden | zal onderbinden onder zal binden | zullen onderbinden onder zullen binden | zullen onderbinden onder zullen binden | zullen onderbinden onder zullen binden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbinden onder zou binden |
zou onderbinden onder zou binden | zou(dt) onderbinden onder zou(dt) binden | zoudt onderbinden onder zoudt binden | zou onderbinden onder zou binden | zouden onderbinden onder zouden binden | zouden onderbinden onder zouden binden | zouden onderbinden onder zouden binden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondergebonden | hebt ondergebonden | hebt/heeft ondergebonden | hebt ondergebonden | heeft ondergebonden | hebben ondergebonden | hebben ondergebonden | hebben ondergebonden | |||
verleden (v.v.t.) | had ondergebonden | had ondergebonden | had ondergebonden | hadt ondergebonden | had ondergebonden | hadden ondergebonden | hadden ondergebonden | hadden ondergebonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergebonden hebben | zal/zult ondergebonden hebben | zult/zal ondergebonden hebben | zult ondergebonden hebben | zal ondergebonden hebben | zullen ondergebonden hebben | zullen ondergebonden hebben | zullen ondergebonden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergebonden hebben | zou ondergebonden hebben | zou/zoudt ondergebonden hebben | zoudt ondergebonden hebben | zou ondergebonden hebben | zouden ondergebonden hebben | zouden ondergebonden hebben | zouden ondergebonden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ondergebonden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ondergebonden | er is ondergebonden | |||||||||
verleden | er werd ondergebonden | er was ondergebonden | |||||||||
toekomend | er zal ondergebonden worden | er zal ondergebonden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ondergebonden worden | er zou ondergebonden zijn | |||||||||
lijdende vorm ondergebonden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondergebonden worden | ondergebonden te worden | ||||||||
toekomend | ondergebonden zullen worden | ondergebonden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ondergebonden zijn | ondergebonden te zijn | ||||||||
toekomend | ondergebonden zullen zijn | ondergebonden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ondergebonden | wordt ondergebonden | wordt ondergebonden | wordt ondergebonden | wordt ondergebonden | worden ondergebonden | worden ondergebonden | worden ondergebonden | |||
verleden (o.v.t.) | werd ondergebonden | werd ondergebonden | werd ondergebonden | werdt ondergebonden | werd ondergebonden | werden ondergebonden | werden ondergebonden | werden ondergebonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondergebonden worden | zult ondergebonden worden | zult ondergebonden worden | zult ondergebonden worden | zal ondergebonden worden | zullen ondergebonden worden | zullen ondergebonden worden | zullen ondergebonden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondergebonden worden | zou ondergebonden worden | zou/zoudt ondergebonden worden | zoudt ondergebonden worden | zou ondergebonden worden | zouden ondergebonden worden | zouden ondergebonden worden | zouden ondergebonden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ondergebonden | bent ondergebonden | bent/is ondergebonden | zijt ondergebonden | is ondergebonden | zijn ondergebonden | zijn ondergebonden | zijn ondergebonden | |||
verleden (v.v.t.) | was ondergebonden | was ondergebonden | was ondergebonden | waart ondergebonden | was ondergebonden | waren ondergebonden | waren ondergebonden | waren ondergebonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergebonden zijn | zult ondergebonden zijn | zult ondergebonden zijn | zult ondergebonden zijn | zal ondergebonden zijn | zullen ondergebonden zijn | zullen ondergebonden zijn | zullen ondergebonden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergebonden zijn | zou ondergebonden zijn | zou/zoudt ondergebonden zijn | zoudt ondergebonden zijn | zou ondergebonden zijn | zouden ondergebonden zijn | zouden ondergebonden zijn | zouden ondergebonden zijn |
onderbínden
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderbinden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbinden | te onderbinden | ||||||||
toekomend | zullen onderbinden | te zullen onderbinden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben onderbonden/ onderbinden | te hebben onderbonden/ onderbinden | ||||||||
toekomend | onderbonden/ onderbinden zullen hebben | onderbonden/ onderbinden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderbindend | onderbonden/ onderbinden | ev. onderbind | mv. verouderd onderbindt | onderbond | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbind | onderbindt | onderbindt | onderbonden | onderbindt | onderbinden | onderbinden | onderbinden | |||
verleden (o.v.t.) | onderbond | onderbond | onderbond | onderbond | onderbond | onderbonden | onderbonden | onderbonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult onderbinden | zal onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbinden | zou onderbinden | zou(dt) onderbinden | zoudt onderbinden | zou onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbondt | {{{13}}} | {{{13}}} | ||||||||
verleden (o.v.t.) | {{{15}}} | ||||||||||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult/zal onderbinden | zult onderbinden | zal onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | zullen onderbinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbinden | zou onderbinden | zou(dt) onderbinden | zoudt onderbinden | zou onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | zouden onderbinden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb onderbonden/ onderbinden | hebt onderbonden/ onderbinden | hebt/heeft onderbonden/ onderbinden | hebt onderbonden/ onderbinden | heeft onderbonden/ onderbinden | hebben onderbonden/ onderbinden | hebben onderbonden/ onderbinden | hebben onderbonden/ onderbinden | |||
verleden (v.v.t.) | had onderbonden/ onderbinden | had onderbonden/ onderbinden | had onderbonden/ onderbinden | hadt onderbonden/ onderbinden | had onderbonden/ onderbinden | hadden onderbonden/ onderbinden | hadden onderbonden/ onderbinden | hadden onderbonden/ onderbinden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbonden/ onderbinden hebben | zal/zult onderbonden/ onderbinden hebben | zult/zal onderbonden/ onderbinden hebben | zult onderbonden/ onderbinden hebben | zal onderbonden/ onderbinden hebben | zullen onderbonden/ onderbinden hebben | zullen onderbonden/ onderbinden hebben | zullen onderbonden/ onderbinden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbonden/ onderbinden hebben | zou onderbonden/ onderbinden hebben | zou/zoudt onderbonden/ onderbinden hebben | zoudt onderbonden/ onderbinden hebben | zou onderbonden/ onderbinden hebben | zouden onderbonden/ onderbinden hebben | zouden onderbonden/ onderbinden hebben | zouden onderbonden/ onderbinden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm onderbonden/ onderbinden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt onderbonden/ onderbinden | er is onderbonden/ onderbinden | |||||||||
verleden | er werd onderbonden/ onderbinden | er was onderbonden/ onderbinden | |||||||||
toekomend | er zal onderbonden/ onderbinden worden | er zal onderbonden/ onderbinden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou onderbonden/ onderbinden worden | er zou onderbonden/ onderbinden zijn | |||||||||
lijdende vorm onderbonden/ onderbinden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbonden/ onderbinden worden | onderbonden/ onderbinden te worden | ||||||||
toekomend | onderbonden/ onderbinden zullen worden | onderbonden/ onderbinden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | onderbonden/ onderbinden zijn | onderbonden/ onderbinden te zijn | ||||||||
toekomend | onderbonden/ onderbinden zullen zijn | onderbonden/ onderbinden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word onderbonden/ onderbinden | wordt onderbonden/ onderbinden | wordt onderbonden/ onderbinden | wordt onderbonden/ onderbinden | wordt onderbonden/ onderbinden | worden onderbonden/ onderbinden | worden onderbonden/ onderbinden | worden onderbonden/ onderbinden | |||
verleden (o.v.t.) | werd onderbonden/ onderbinden | werd onderbonden/ onderbinden | werd onderbonden/ onderbinden | werdt onderbonden/ onderbinden | werd onderbonden/ onderbinden | werden onderbonden/ onderbinden | werden onderbonden/ onderbinden | werden onderbonden/ onderbinden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbonden/ onderbinden worden | zult onderbonden/ onderbinden worden | zult onderbonden/ onderbinden worden | zult onderbonden/ onderbinden worden | zal onderbonden/ onderbinden worden | zullen onderbonden/ onderbinden worden | zullen onderbonden/ onderbinden worden | zullen onderbonden/ onderbinden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbonden/ onderbinden worden | zou onderbonden/ onderbinden worden | zou/zoudt onderbonden/ onderbinden worden | zoudt onderbonden/ onderbinden worden | zou onderbonden/ onderbinden worden | zouden onderbonden/ onderbinden worden | zouden onderbonden/ onderbinden worden | zouden onderbonden/ onderbinden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben onderbonden/ onderbinden | bent onderbonden/ onderbinden | bent/is onderbonden/ onderbinden | zijt onderbonden/ onderbinden | is onderbonden/ onderbinden | zijn onderbonden/ onderbinden | zijn onderbonden/ onderbinden | zijn onderbonden/ onderbinden | |||
verleden (v.v.t.) | was onderbonden/ onderbinden | was onderbonden/ onderbinden | was onderbonden/ onderbinden | waart onderbonden/ onderbinden | was onderbonden/ onderbinden | waren onderbonden/ onderbinden | waren onderbonden/ onderbinden | waren onderbonden/ onderbinden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbonden/ onderbinden zijn | zult onderbonden/ onderbinden zijn | zult onderbonden/ onderbinden zijn | zult onderbonden/ onderbinden zijn | zal onderbonden/ onderbinden zijn | zullen onderbonden/ onderbinden zijn | zullen onderbonden/ onderbinden zijn | zullen onderbonden/ onderbinden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbonden/ onderbinden zijn | zou onderbonden/ onderbinden zijn | zou/zoudt onderbonden/ onderbinden zijn | zoudt onderbonden/ onderbinden zijn | zou onderbonden/ onderbinden zijn | zouden onderbonden/ onderbinden zijn | zouden onderbonden/ onderbinden zijn | zouden onderbonden/ onderbinden zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.