< onderbouwen
onderbouwen/vervoeging
onderbóúwen
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderbouwen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbouwen | te onderbouwen | ||||||||
toekomend | zullen onderbouwen | te zullen onderbouwen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben onderbouwd | te hebben onderbouwd | ||||||||
toekomend | onderbouwd zullen hebben | onderbouwd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderbouwend | onderbouwd | ev. onderbouw | mv. verouderd onderbouwt | onderbouwe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbouw | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwen | onderbouwen | onderbouwen | |||
verleden (o.v.t.) | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwden | onderbouwden | onderbouwden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbouwen | zult/zal onderbouwen | zult/zal onderbouwen | zult onderbouwen | zal onderbouwen | zullen onderbouwen | zullen onderbouwen | zullen onderbouwen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbouwen | zou onderbouwen | zou(dt) onderbouwen | zoudt onderbouwen | zou onderbouwen | zouden onderbouwen | zouden onderbouwen | zouden onderbouwen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb onderbouwd | hebt onderbouwd | hebt/heeft onderbouwd | hebt onderbouwd | heeft onderbouwd | hebben onderbouwd | hebben onderbouwd | hebben onderbouwd | |||
verleden (v.v.t.) | had onderbouwd | had onderbouwd | had onderbouwd | hadt onderbouwd | had onderbouwd | hadden onderbouwd | hadden onderbouwd | hadden onderbouwd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbouwd hebben | zal/zult onderbouwd hebben | zult/zal onderbouwd hebben | zult onderbouwd hebben | zal onderbouwd hebben | zullen onderbouwd hebben | zullen onderbouwd hebben | zullen onderbouwd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbouwd hebben | zou onderbouwd hebben | zou/zoudt onderbouwd hebben | zoudt onderbouwd hebben | zou onderbouwd hebben | zouden onderbouwd hebben | zouden onderbouwd hebben | zouden onderbouwd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm onderbouwd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt onderbouwd | er is onderbouwd | |||||||||
verleden | er werd onderbouwd | er was onderbouwd | |||||||||
toekomend | er zal onderbouwd worden | er zal onderbouwd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou onderbouwd worden | er zou onderbouwd zijn | |||||||||
lijdende vorm onderbouwd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbouwd worden | onderbouwd te worden | ||||||||
toekomend | onderbouwd zullen worden | onderbouwd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | onderbouwd zijn | onderbouwd te zijn | ||||||||
toekomend | onderbouwd zullen zijn | onderbouwd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word onderbouwd | wordt onderbouwd | wordt onderbouwd | wordt onderbouwd | wordt onderbouwd | worden onderbouwd | worden onderbouwd | worden onderbouwd | |||
verleden (o.v.t.) | werd onderbouwd | werd onderbouwd | werd onderbouwd | werdt onderbouwd | werd onderbouwd | werden onderbouwd | werden onderbouwd | werden onderbouwd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbouwd worden | zult onderbouwd worden | zult onderbouwd worden | zult onderbouwd worden | zal onderbouwd worden | zullen onderbouwd worden | zullen onderbouwd worden | zullen onderbouwd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbouwd worden | zou onderbouwd worden | zou/zoudt onderbouwd worden | zoudt onderbouwd worden | zou onderbouwd worden | zouden onderbouwd worden | zouden onderbouwd worden | zouden onderbouwd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben onderbouwd | bent onderbouwd | bent/is onderbouwd | zijt onderbouwd | is onderbouwd | zijn onderbouwd | zijn onderbouwd | zijn onderbouwd | |||
verleden (v.v.t.) | was onderbouwd | was onderbouwd | was onderbouwd | waart onderbouwd | was onderbouwd | waren onderbouwd | waren onderbouwd | waren onderbouwd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderbouwd zijn | zult onderbouwd zijn | zult onderbouwd zijn | zult onderbouwd zijn | zal onderbouwd zijn | zullen onderbouwd zijn | zullen onderbouwd zijn | zullen onderbouwd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderbouwd zijn | zou onderbouwd zijn | zou/zoudt onderbouwd zijn | zoudt onderbouwd zijn | zou onderbouwd zijn | zouden onderbouwd zijn | zouden onderbouwd zijn | zouden onderbouwd zijn |
ónderbouwen
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderbouwen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderbouwen | onder te bouwen | ||||||||
toekomend | zullen onderbouwen onder zullen bouwen |
te zullen onderbouwen onder te zullen bouwen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondergebouwd | te hebben ondergebouwd | ||||||||
toekomend | ondergebouwd zullen hebben | ondergebouwd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderbouwend | ondergebouwd | ev. bouw onder | mv. verouderd bouwt onder | bouwe onder (bijzin) onderbouwe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | bouw onder | bouwt onder | bouwt onder | bouwt onder | bouwt onder | bouwen onder | bouwen onder | bouwen onder | |||
verleden (o.v.t.) | bouwde onder | bouwde onder | bouwde onder | bouwde onder | bouwde onder | bouwden onder | bouwden onder | bouwden onder | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbouwen | zult/zal onderbouwen | zult/zal onderbouwen | zult onderbouwen | zal onderbouwen | zullen onderbouwen | zullen onderbouwen | zullen onderbouwen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbouwen | zou onderbouwen | zou(dt) onderbouwen | zoudt onderbouwen | zou onderbouwen | zouden onderbouwen | zouden onderbouwen | zouden onderbouwen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderbouw | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwt | onderbouwen | onderbouwen | onderbouwen | |||
verleden (o.v.t.) | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwde | onderbouwden | onderbouwden | onderbouwden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderbouwen onder zal bouwen |
zult/zal onderbouwen onder zult/zal bouwen | zult/zal onderbouwen onder zult/zal bouwen | zult onderbouwen onder zult bouwen | zal onderbouwen onder zal bouwen | zullen onderbouwen onder zullen bouwen | zullen onderbouwen onder zullen bouwen | zullen onderbouwen onder zullen bouwen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderbouwen onder zou bouwen |
zou onderbouwen onder zou bouwen | zou(dt) onderbouwen onder zou(dt) bouwen | zoudt onderbouwen onder zoudt bouwen | zou onderbouwen onder zou bouwen | zouden onderbouwen onder zouden bouwen | zouden onderbouwen onder zouden bouwen | zouden onderbouwen onder zouden bouwen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondergebouwd | hebt ondergebouwd | hebt/heeft ondergebouwd | hebt ondergebouwd | heeft ondergebouwd | hebben ondergebouwd | hebben ondergebouwd | hebben ondergebouwd | |||
verleden (v.v.t.) | had ondergebouwd | had ondergebouwd | had ondergebouwd | hadt ondergebouwd | had ondergebouwd | hadden ondergebouwd | hadden ondergebouwd | hadden ondergebouwd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergebouwd hebben | zal/zult ondergebouwd hebben | zult/zal ondergebouwd hebben | zult ondergebouwd hebben | zal ondergebouwd hebben | zullen ondergebouwd hebben | zullen ondergebouwd hebben | zullen ondergebouwd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergebouwd hebben | zou ondergebouwd hebben | zou/zoudt ondergebouwd hebben | zoudt ondergebouwd hebben | zou ondergebouwd hebben | zouden ondergebouwd hebben | zouden ondergebouwd hebben | zouden ondergebouwd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ondergebouwd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ondergebouwd | er is ondergebouwd | |||||||||
verleden | er werd ondergebouwd | er was ondergebouwd | |||||||||
toekomend | er zal ondergebouwd worden | er zal ondergebouwd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ondergebouwd worden | er zou ondergebouwd zijn | |||||||||
lijdende vorm ondergebouwd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondergebouwd worden | ondergebouwd te worden | ||||||||
toekomend | ondergebouwd zullen worden | ondergebouwd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ondergebouwd zijn | ondergebouwd te zijn | ||||||||
toekomend | ondergebouwd zullen zijn | ondergebouwd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ondergebouwd | wordt ondergebouwd | wordt ondergebouwd | wordt ondergebouwd | wordt ondergebouwd | worden ondergebouwd | worden ondergebouwd | worden ondergebouwd | |||
verleden (o.v.t.) | werd ondergebouwd | werd ondergebouwd | werd ondergebouwd | werdt ondergebouwd | werd ondergebouwd | werden ondergebouwd | werden ondergebouwd | werden ondergebouwd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondergebouwd worden | zult ondergebouwd worden | zult ondergebouwd worden | zult ondergebouwd worden | zal ondergebouwd worden | zullen ondergebouwd worden | zullen ondergebouwd worden | zullen ondergebouwd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondergebouwd worden | zou ondergebouwd worden | zou/zoudt ondergebouwd worden | zoudt ondergebouwd worden | zou ondergebouwd worden | zouden ondergebouwd worden | zouden ondergebouwd worden | zouden ondergebouwd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ondergebouwd | bent ondergebouwd | bent/is ondergebouwd | zijt ondergebouwd | is ondergebouwd | zijn ondergebouwd | zijn ondergebouwd | zijn ondergebouwd | |||
verleden (v.v.t.) | was ondergebouwd | was ondergebouwd | was ondergebouwd | waart ondergebouwd | was ondergebouwd | waren ondergebouwd | waren ondergebouwd | waren ondergebouwd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergebouwd zijn | zult ondergebouwd zijn | zult ondergebouwd zijn | zult ondergebouwd zijn | zal ondergebouwd zijn | zullen ondergebouwd zijn | zullen ondergebouwd zijn | zullen ondergebouwd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergebouwd zijn | zou ondergebouwd zijn | zou/zoudt ondergebouwd zijn | zoudt ondergebouwd zijn | zou ondergebouwd zijn | zouden ondergebouwd zijn | zouden ondergebouwd zijn | zouden ondergebouwd zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.