< onderkruipen
onderkruipen/vervoeging
ónderkruipen
kruipende ergens ondergaan, te bed gaan (en dan dus onder de dekens kruipen)
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderkruipen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderkruipen | te onderkruipen | ||||||
toekomend | zullen onderkruipen | te zullen onderkruipen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben onderkropen | te hebben onderkropen | ||||||
toekomend | onderkropen zullen hebben | onderkropen te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
onderkruipend | onderkropen | ev. onderkruip | mv. verouderd onderkruipt | onderkruipe | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderkruip | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipen | onderkruipen | onderkruipen | |
verleden (o.v.t.) | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkropen | onderkropen | onderkropen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderkruipen | zult/zal onderkruipen | zult/zal onderkruipen | zult onderkruipen | zal onderkruipen | zullen onderkruipen | zullen onderkruipen | zullen onderkruipen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderkruipen | zou onderkruipen | zou(dt) onderkruipen | zoudt onderkruipen | zou onderkruipen | zouden onderkruipen | zouden onderkruipen | zouden onderkruipen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb onderkropen | hebt onderkropen | hebt/heeft onderkropen | hebt onderkropen | heeft onderkropen | hebben onderkropen | hebben onderkropen | hebben onderkropen | |
verleden (v.v.t.) | had onderkropen | had onderkropen | had onderkropen | hadt onderkropen | had onderkropen | hadden onderkropen | hadden onderkropen | hadden onderkropen | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal onderkropen hebben | zal/zult onderkropen hebben | zult/zal onderkropen hebben | zult onderkropen hebben | zal onderkropen hebben | zullen onderkropen hebben | zullen onderkropen hebben | zullen onderkropen hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou onderkropen hebben | zou onderkropen hebben | zou/zoudt onderkropen hebben | zoudt onderkropen hebben | zou onderkropen hebben | zouden onderkropen hebben | zouden onderkropen hebben | zouden onderkropen hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm onderkropen worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt onderkropen | er is onderkropen | |||||||
verleden | er werd onderkropen | er was onderkropen | |||||||
toekomend | er zal onderkropen worden | er zal onderkropen zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou onderkropen worden | er zou onderkropen zijn |
onderkrúípen
werken tijdens een staking
tegen een lager loon werken dan anderen
tegen een lagere prijs verkopen dan gewoon is
iemand proberen te verdringen
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderkruipen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderkruipen | onder te kruipen | ||||||
toekomend | zullen onderkruipen onder zullen kruipen |
te zullen onderkruipen onder te zullen kruipen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondergekropen | te hebben ondergekropen | ||||||
toekomend | ondergekropen zullen hebben | ondergekropen te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
onderkruipend | ondergekropen | ev. kruip onder | mv. verouderd kruipt onder | kruipe onder (bijzin) onderkruipe | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | kruip onder | kruipt onder | kruipt onder | kruipt onder | kruipt onder | kruipen onder | kruipen onder | kruipen onder | |
verleden (o.v.t.) | kroop onder | kroop onder | kroop onder | kroop onder | kroop onder | kropen onder | kropen onder | kropen onder | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderkruipen | zult/zal onderkruipen | zult/zal onderkruipen | zult onderkruipen | zal onderkruipen | zullen onderkruipen | zullen onderkruipen | zullen onderkruipen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderkruipen | zou onderkruipen | zou(dt) onderkruipen | zoudt onderkruipen | zou onderkruipen | zouden onderkruipen | zouden onderkruipen | zouden onderkruipen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | onderkruip | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipt | onderkruipen | onderkruipen | onderkruipen | |
verleden (o.v.t.) | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkroop | onderkropen | onderkropen | onderkropen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderkruipen onder zal kruipen |
zult/zal onderkruipen onder zult/zal kruipen | zult/zal onderkruipen onder zult/zal kruipen | zult onderkruipen onder zult kruipen | zal onderkruipen onder zal kruipen | zullen onderkruipen onder zullen kruipen | zullen onderkruipen onder zullen kruipen | zullen onderkruipen onder zullen kruipen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderkruipen onder zou kruipen |
zou onderkruipen onder zou kruipen | zou(dt) onderkruipen onder zou(dt) kruipen | zoudt onderkruipen onder zoudt kruipen | zou onderkruipen onder zou kruipen | zouden onderkruipen onder zouden kruipen | zouden onderkruipen onder zouden kruipen | zouden onderkruipen onder zouden kruipen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondergekropen | hebt ondergekropen | hebt/heeft ondergekropen | hebt ondergekropen | heeft ondergekropen | hebben ondergekropen | hebben ondergekropen | hebben ondergekropen | |
verleden (v.v.t.) | had ondergekropen | had ondergekropen | had ondergekropen | hadt ondergekropen | had ondergekropen | hadden ondergekropen | hadden ondergekropen | hadden ondergekropen | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergekropen hebben | zal/zult ondergekropen hebben | zult/zal ondergekropen hebben | zult ondergekropen hebben | zal ondergekropen hebben | zullen ondergekropen hebben | zullen ondergekropen hebben | zullen ondergekropen hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergekropen hebben | zou ondergekropen hebben | zou/zoudt ondergekropen hebben | zoudt ondergekropen hebben | zou ondergekropen hebben | zouden ondergekropen hebben | zouden ondergekropen hebben | zouden ondergekropen hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm ondergekropen worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt ondergekropen | er is ondergekropen | |||||||
verleden | er werd ondergekropen | er was ondergekropen | |||||||
toekomend | er zal ondergekropen worden | er zal ondergekropen zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou ondergekropen worden | er zou ondergekropen zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.