parelzaad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parelzaad    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pa·rel·zaad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parelzaad parelzaden
verkleinwoord parelzaadje parelzaadjes

Zelfstandig naamwoord

hetparelzaado [2] [3]

  1. (bloemplanten) een geslacht Lithospermum  van kruidachtige en verhoutende planten uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae ). De planten kunnen zowel eenjarige als vaste planten zijn. Het geslacht telt vijfenveertig tot zestig soorten. De kleur van de bloemen varieert sterk: wit, blauw, paars, rood, oranje en geel kunnen allemaal voorkomen. In Nederland en België komen voor
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'parelzaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.