peingr

Oudnoords

Woordafbreking
  • peing·r
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse zelfstandige naamwoord penning
m
sterk-a
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   peingr         peingar      
genitief   peings         peinga      
datief   peingi         peingum      
accusatief   peing         peinga      

Zelfstandig naamwoord

peingr, m

  1. (financieel) de kleinste munt
  2. medaille
  3. (veeteelt) vee
  4. een stuk eigendom
  5. huisbehoefte
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.