proprius

Latijn

Uitspraak
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
  • Mogelijk te herleiden tot Proto-Italisch *pro- + *prijos, Indo-Europees *priHós. Het adjectief zou rechtstreeks zijn afgeleid van het werkwoord propriare.[1]

Bijvoeglijk naamwoord

proprius

  1.  eigen bn  [aan]
Verbuiging
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.